IN LELIJKHEID BEGONNEN
Kunstproject nadert voltooiing
EEMSMOND - Kuvobo, Kunst Voor Boeren, onder die intrigerende naam werken twee kunstenaars, de een uit Warffum, de ander uit Roodeschool, samen aan een project. En samen betekent ook écht samen. Normaal gesproken heeft een schilder zijn of haar eigen handschrift, maar zij zochten een methode om steeds tegelijkertijd aan hetzelfde schilderij te werken. Een serie van vijf doeken over Koningsoord, vijf ‘lelijke doeken’ zeggen ze zelf, is bijna klaar.
De naam Kuvobo is provocatief gekozen. Soms lijkt het, vinden de kunstenaars, of de kunstwereld niet verder kijkt dan de grenzen van Amsterdam. Alleen daar heeft men verstand van kunst, schijnt men er te denken. Alles wat zich daarbuiten afspeelt, is voor ‘boeren’, niet hoogdravend genoeg, niet elitair genoeg. „Dat vinden we eigenlijk wel een prettig idee, daar sluiten we ons graag bij aan.” Vandaar de naam. Kuvobo zet zich af tegen het idee dat kunst altijd vernieuwend moet zijn. „Die zogenaamde vernieuwende kunst, de kunst met een verhaal, die krijgt de prijzen want je moet je onderscheiden. Het is trouwens nog maar de vraag hoe vernieuwend die kunst uiteindelijk is. Kunst grijpt immers altijd terug op wat er al is, het is een herhaling van wat al geweest is.” Beiden constateren dat dit de kloof tussen de maker en de kijker steeds groter maakt. Daarnaast lijkt schilderkunst er op het ogenblik vooral op uit te zijn om te pleasen, het moet niet te moeilijk zijn en vooral mooi. „Je moet netwerken, met je werk leuren, zorgen dat je werk in galerieën hangt. En dat terwijl zo’n galerie juist een dodelijke mix is van aangepaste kunst. Er moet verkocht worden en daardoor wordt de kunst gemakkelijk. Daar zijn we tegen. Wij beginnen vanuit lelijkheid. En als tegenhanger van al dat netwerken hebben wij er voor gekozen om redelijk anoniem te werken. We komen niet tegemoet aan wat gewenst wordt, we sluiten geen compromissen. Kwaliteit bewijst zichzelf wel.”
Het project, dat nu bijna af is, bestaat uit een vijftal schilderijen met als onderwerp ‘Koningsoord’, een gehucht achter Roodeschool. Het begon met het maken van zo’n veertig foto’s, waar vervolgens op onderwerp collages van werden gemaakt. De thema’s waren huizen, hout, stenen en dakpannen, dozen en emmers en tot slot landschap. Voor de collages werden de foto’s willekeurig op het papier gelegd, het ging niet om mooi, het ging niet om compositie, maar het ging om hoe het paste. Vervolgens werd dat op grote doeken overgebracht (1,75 bij 1,75) met enerzijds een grijspalet en anderzijds een palet met heel primaire kleuren. Die werden aangebracht volgens de ‘Ravensburger methode’ (schilderen op nummer, ms) „We zochten daarbij vooral naar vloekende kleuren, die we naast elkaar gebruikten. Het effect daarvan is heel sterk. En als je één kleur verandert, verander je alles.” De doeken krijgen titels mee van cantates van Bach. „De strakheid, het ritme, de vrolijkheid en de kleurigheid van die muziek vind je terug in de doeken. Hoe meer kleur er in de schilderijen kwam, hoe meer muziek, hoe meer Bach.”
Het begon ooit met de grote schilderijen op de graansilo aan de Havenweg in Uithuizen. Daarna schilderden ze in dit samenwerkingsverband doeken met als onderwerp de Blink, het plein een eindje verderop. Toen schilderen ze hun doeken nog apart. „Wat we daar wilden, gaat eigenlijk een stap aan het bewustzijn vooraf, we wilden dat mensen kunnen praten over het plein. Nú komt men niet verder dan zeggen dat men het een lelijk plein vindt. Door erover te kunnen kletsen, wordt men zich ervan bewust waarom.”
Het volgende project waar het kunstenaarsduo aan gaat werken, is een serie van drie drieluiken over de Eemshaven. „Daar vind je veelal strakke lijnen, maar we kiezen er voor om het absoluut niet strak te schilderen.” Bij het project Koningsoord was dat juist andersom: daar werd een strakke methode gebruikt om een redelijk anarchistisch onderwerp te schilderen. „Dat is ook het contrast dat ons aantrekt in beide onderwerpen. Het ‘proletarisch anarchistische’ van Koningsoord versus het ‘grootkapitaal’ van de Eemshaven. Daarom moet je de schilderijen later, als ze af zijn, eigenlijk ook bij elkaar zien.”
„Ondanks dat we ons best gedaan hebben om het lelijk te maken, hebben we ontdekt dat wat goed in elkaar zit, dat wat technisch goed geschilderd is, toch weer mooi is. Wat we nu samen maken, zouden we nooit apart kunnen doen. Het is echt kicken als je samen zo’n schilderij een slag verder krijgt. We verheugen ons nu al op het Eemshavenproject.”
op de foto: één van de doeken over Koningsoord, met het thema ‘huizen’
Interview door Marja Spakman voor de Ommelander Courant ( 4 januari 2011).
Kunstproject nadert voltooiing
EEMSMOND - Kuvobo, Kunst Voor Boeren, onder die intrigerende naam werken twee kunstenaars, de een uit Warffum, de ander uit Roodeschool, samen aan een project. En samen betekent ook écht samen. Normaal gesproken heeft een schilder zijn of haar eigen handschrift, maar zij zochten een methode om steeds tegelijkertijd aan hetzelfde schilderij te werken. Een serie van vijf doeken over Koningsoord, vijf ‘lelijke doeken’ zeggen ze zelf, is bijna klaar.
De naam Kuvobo is provocatief gekozen. Soms lijkt het, vinden de kunstenaars, of de kunstwereld niet verder kijkt dan de grenzen van Amsterdam. Alleen daar heeft men verstand van kunst, schijnt men er te denken. Alles wat zich daarbuiten afspeelt, is voor ‘boeren’, niet hoogdravend genoeg, niet elitair genoeg. „Dat vinden we eigenlijk wel een prettig idee, daar sluiten we ons graag bij aan.” Vandaar de naam. Kuvobo zet zich af tegen het idee dat kunst altijd vernieuwend moet zijn. „Die zogenaamde vernieuwende kunst, de kunst met een verhaal, die krijgt de prijzen want je moet je onderscheiden. Het is trouwens nog maar de vraag hoe vernieuwend die kunst uiteindelijk is. Kunst grijpt immers altijd terug op wat er al is, het is een herhaling van wat al geweest is.” Beiden constateren dat dit de kloof tussen de maker en de kijker steeds groter maakt. Daarnaast lijkt schilderkunst er op het ogenblik vooral op uit te zijn om te pleasen, het moet niet te moeilijk zijn en vooral mooi. „Je moet netwerken, met je werk leuren, zorgen dat je werk in galerieën hangt. En dat terwijl zo’n galerie juist een dodelijke mix is van aangepaste kunst. Er moet verkocht worden en daardoor wordt de kunst gemakkelijk. Daar zijn we tegen. Wij beginnen vanuit lelijkheid. En als tegenhanger van al dat netwerken hebben wij er voor gekozen om redelijk anoniem te werken. We komen niet tegemoet aan wat gewenst wordt, we sluiten geen compromissen. Kwaliteit bewijst zichzelf wel.”
Het project, dat nu bijna af is, bestaat uit een vijftal schilderijen met als onderwerp ‘Koningsoord’, een gehucht achter Roodeschool. Het begon met het maken van zo’n veertig foto’s, waar vervolgens op onderwerp collages van werden gemaakt. De thema’s waren huizen, hout, stenen en dakpannen, dozen en emmers en tot slot landschap. Voor de collages werden de foto’s willekeurig op het papier gelegd, het ging niet om mooi, het ging niet om compositie, maar het ging om hoe het paste. Vervolgens werd dat op grote doeken overgebracht (1,75 bij 1,75) met enerzijds een grijspalet en anderzijds een palet met heel primaire kleuren. Die werden aangebracht volgens de ‘Ravensburger methode’ (schilderen op nummer, ms) „We zochten daarbij vooral naar vloekende kleuren, die we naast elkaar gebruikten. Het effect daarvan is heel sterk. En als je één kleur verandert, verander je alles.” De doeken krijgen titels mee van cantates van Bach. „De strakheid, het ritme, de vrolijkheid en de kleurigheid van die muziek vind je terug in de doeken. Hoe meer kleur er in de schilderijen kwam, hoe meer muziek, hoe meer Bach.”
Het begon ooit met de grote schilderijen op de graansilo aan de Havenweg in Uithuizen. Daarna schilderden ze in dit samenwerkingsverband doeken met als onderwerp de Blink, het plein een eindje verderop. Toen schilderen ze hun doeken nog apart. „Wat we daar wilden, gaat eigenlijk een stap aan het bewustzijn vooraf, we wilden dat mensen kunnen praten over het plein. Nú komt men niet verder dan zeggen dat men het een lelijk plein vindt. Door erover te kunnen kletsen, wordt men zich ervan bewust waarom.”
Het volgende project waar het kunstenaarsduo aan gaat werken, is een serie van drie drieluiken over de Eemshaven. „Daar vind je veelal strakke lijnen, maar we kiezen er voor om het absoluut niet strak te schilderen.” Bij het project Koningsoord was dat juist andersom: daar werd een strakke methode gebruikt om een redelijk anarchistisch onderwerp te schilderen. „Dat is ook het contrast dat ons aantrekt in beide onderwerpen. Het ‘proletarisch anarchistische’ van Koningsoord versus het ‘grootkapitaal’ van de Eemshaven. Daarom moet je de schilderijen later, als ze af zijn, eigenlijk ook bij elkaar zien.”
„Ondanks dat we ons best gedaan hebben om het lelijk te maken, hebben we ontdekt dat wat goed in elkaar zit, dat wat technisch goed geschilderd is, toch weer mooi is. Wat we nu samen maken, zouden we nooit apart kunnen doen. Het is echt kicken als je samen zo’n schilderij een slag verder krijgt. We verheugen ons nu al op het Eemshavenproject.”
op de foto: één van de doeken over Koningsoord, met het thema ‘huizen’
Interview door Marja Spakman voor de Ommelander Courant ( 4 januari 2011).